- bij verba als "object", een
aantal verba heeft geen. acc. als object, maar de dat.:
- parco (3) = iem. sparen; studeo
= zich toeleggen op; persuadeo =
overtuigen
- vix cuiquam persuadebatur =
nauwelijks iemand werd overtuigd
- bij adiectiva, enkele adiectiva hebben
een dativus bij zich:
- dat.
possessivus : geeft aan wie de bezitter van iets is:
- pectore toto uritur = hij staat
in vuur en vlam wat betreft/ in zijn hele borst (Ov. Met. I, 495)
- tibi .. esse = dat jij hebt (Sen. de Clem.)
- dat. commodi en incommodi:
geeft aan ten gunste of ten nadele van wie/wat iets gebeurt.
- dat. finalis:
geeft het doel of de bedoeling aan.
- ludibrio
futuros non regis modo sed custodum etiam libidini rata
= in de mening dat ze niet alleen tot voorwerp van spot van/voor
de koning, maar ook tot voorwerp van/voor de wellust van de bewakers
zouden zijn
- dubbele dativus: regelmatig,
vooral bij de werkwoorden esse, dare, venire,
mittere komt de dativus finalis voor in combinatie met
de dativus commodi:
- quae praesidio erat Calabriae litoribus
= die tot bescherming was voor de kusten van Calabrië.
- dat. auctoris:
bij het gerundivum staat de handelende persoon ("door wie")
in de dativus. (bij dichters komt dit ook voor in het gewone passief):
|